zondag 15 juni 2008

Fado Alexandrino

Schrijver: António Lobo Antunes

Titel: Fado Alexandrino
Jaar van 1e uitgave: 1983
Uitgever: Ambo Anthos 2007
ISBN: 978 90 263 18306
Genre: Roman
Periode: 20e eeuw, rond 1974 met terugblikken op de voorgaande jaren

Samenvatting van het verhaal:

Fado Alexandrino is een verhaal verteld vanuit vijf verschillende personages, allen militairen. De historie speelt zich af in een nacht tijdens de Anjerrevolutie (24 april 1974) en vertelt het verhaal van vijf Portugese soldaten. De lezer volgt hun gesprekken, gedachten, tijdens hun bezoek aan een restaurant, daarna in een nachtclub en uiteindelijk belanden ze bij een van de soldaten thuis.
De verhalen gaan over het leven in Lissabon en over hun belevenissen tijdens de oorlogen in Angola. Door de oorlog zijn ze ontwricht, net als de Portugese samenleving ontwricht is door de oorlog, de dictatuur en de strijd tussen links en rechts.

Er is geen duidelijke verhaallijn. Het vertelde is een opsomming van belevenissen, die meest gaat over menselijke verhoudingen, liefde, seks, drugs, drank, de oorlog, het leven en de dood. Al deze aspecten van leven en dood zijn ontdaan van romantiek. Het verhaal is een rauwe realistische weergave van soldaten die terugkeren naar huis, geen echt thuis vinden, omdat alles anders lijkt of veranderd is, zijzelf misschien nog het meest.

Titelverklaring:

Fado is een Portugese muziekstijl, het woord komt van het Latijnse fatum hetgeen lot of bestemming betekent. De betekenis van het woord Alexandrino is mij niet duidelijk.

Plaats en tijd:

Het verhaal speelt zich af op 24 en 25 april 1974 in Lissabon. De hoofdpersonen blikken tevens terug op hun verblijf in Angola.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

De stijl is grotendeels bepalend voor het werk. Het boek is deels geschreven in de ikvorm, deels in de derde persoon. De zinnen zijn vaak heel lang. Volzinnen worden dan zonder punten ertussen aan elkaar geplakt, zodat de lezer de indruk krijgt dat de schrijver, of de spreker die het verhaal vertelt, aan een stuk door ratelt.
Bovendien zijn de stukken verhalen van de verschillende personen door elkaar heen geweven en achter elkaar geplakt. Je krijgt zo één zin van de ene soldaat en vervolgens één zin van de andere waardoor het verhaal bijzonder chaotisch en verwarrend wordt.

Opbouw:

Het boek is onderverdeeld in drie hoofdstukken: Voor de Revolutie, De Revolutie, en Na de Revolutie. De soldaten vertellen hun verhaal in het eerste stuk in een restaurant, in het tweede in een nachtclub, en na een wilde nacht belanden ze bij een van hen thuis, in het derde hoofdstuk. Tijdens de verhalen speelt het verhaal van de Revolutie zich af die zich die avond en nacht voltrok. Het chaotische van de nacht wordt nog eens benadrukt door de manier waarop het verhaal is geschreven (zie Schrijfstijl)

Thema en Motieven:

Het thema is de chaos en de ontwrichting van het leven en de psychische uitwerking daarvan op de mensen die deze ontwrichting beleven.

Informatie over de schrijver:

António Lobo Antunes werd geboren in Lissabon in 1942, als zoon van een neurochirurg. Hij studeerde medicijnen, met als specialisatie, psychiatrie. Tijdens zijn studie werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Hij vocht in Angola en keerde in 1973 terug in Portugal. In 1979 debuteerde hij met Memória de Elefante Veel van zijn werken gaan over de oorlog in Angola. De schrijver rekent William Faulkner en Gustave Flaubert tot zijn invloeden.
Hij ontving in 2007 de belangrijkste Portugese literaire prijs: de Prémio Camões. In hetzelfde jaar werd een ernstige vorm van kanker bij hem ontdekt.

Overige informatie:

Het boek is geschreven in 1983. In 2007 verscheen de Nederlandse vertaling van Harry Lemmens (die wel een flinke kluif aan dit dikke en moeilijke boek moet hebben gehad). De Nederlandse critici schreven zeer lovende kritieken op dit boek. Dat ze er 25 jaar over gedaan hebben om het boek te ontdekken geeft misschien wel aan hoe alert Nederlandse critici zijn als het om buitenlandse literatuur gaat. António Lobo Antunes wordt genoemd als mogelijke kandidaat voor de Nobelprijs van de Literatuur.

Duveltje's oordeel:

De beschrijvingen van Lobo Antunes zijn schitterend en ik ken weinig schrijvers die zo briljant en filmisch zaken kunnen beschrijven. Een voorbeeld:

“Keten van hout en golfplaten met stenen en autobanden op het dak, modder, een zware stank van viezigheid, zuur eten en uitwerpselen, oude negerinnen met een pijp tussen hun kaken die oventjes van klei aanwakkerden, plastic gordijntjes, olielampjes tussen kisten en kookpannen. Bijna een hele week heb ik samen met de stomme en de neef van de boekhoudster lopen zoeken naar die vent in Alcantara, in Benfica, in Amadora, in Casal Ventoso, Algés, trappend in drollen, struikelend over keien, steeds verder doordringend in een cirkelvormige doolhof van vuilnis en wiebelige bouwsels, die bewoond werd door geblaf, gejank, gehuil en een onnoemelijke stilte, een hele week vragen stellen aan onverstaanbare groepen zigeuners die bijeengehurkt zaten in eindeloze vergaderingen en ons voordat ze antwoord gaven, bekleedden met de lange, elkaar overlappende ruches van hun oogleden, geleid door het ongericht rondstrijkende schijnsel uit de kroegen, waar de wijn zo traag uit het vat stroomde als bloed uit een doorgesneden keel, een hele week aanbotsen tegen potdichte gezichten met zonnebrillen en hawaïhemden die ons totaal onverschillig zwijgend aanstaarden, tegen ernstige, stokoude kinderen met monden die even kiezelig waren als een rivier in de winter, tegen allerlei stank en de lucht van zweet en vis en vieze geuren die in je in het gezicht sloegen , tegen verminkten die zich lijkend op stervende spinnen voortbewogen door tientallen scheve , slappe ledematen over de hobbelige gronde te slepen, en niets, Otilia, echt wat je noemt niets (..de zin loopt nog een kwart bladzijde door…)”

De lange zinnen maken dat je geen rust krijgt. Je moet doorlezen. Dit is zeker knap gedaan. Het is vermoeiend voor de lezer, maar door deze stijl overvalt hem dezelfde soort koortsige moeheid en delirium waarin de soldaten zich bevinden. De koorts die je ’s ochtends voelt na een nacht doorzakken.

Helaas houd ik persoonlijk niet van boeken waar aan een stuk door expliciet schrijft over geslachtsdelen, geilheid, vochtigheid, excrementen enzovoort. Ik vind dat ergerlijk en voor mij wordt het boek daardoor vrijwel onleesbaar. Henk Pröpper van de Volkskrant noemt het “schitterende vuilspuiterij”. Voor mensen die zich hier niet aan storen of zelfs van vuilspuiterij houden zal het zeker een geweldig boek zijn, ik heb vanwege die vuilspuiterij hele stukken overgeslagen.

Geen opmerkingen: