zaterdag 13 december 2008

De man die zijn wereld opdronk


Schrijver: Aleksej Ivanov
Titel: De man die zijn wereld opdronk
Jaar van 1e uitgave: 2005
Uitgever: Meulenhoff
ISBN: 978 90 29 081047 NUR 302
Genre: Roman
Periode: ca. 2000, korte terugblik naar 1982

Hoofdpersonen:
Viktor (Vitja ) Sloezkin – leraar geografie
Roza Borisovna – hoofddocent
Nadja – de vrouw van Viktor
Tata – het dochtertje van Viktor en Nadja
Hokker – goede vriend van Viktor, minnaar van Nadja
De leerlingen van klas 9A en 9C:
- Masja Bolsjakova
- Ljoesja Mitrofanova
-Demon (Demenev)
- Ovetsjkin
- Gradoesov
- Skatsjkov
- Tsjebykin
- Tjoetin
Kira Valernevja – lerares
Lena Anfimova – jeugdvriendin van Viktor
Sasja Roeneva – vriendin van Viktor
Vetka – vrouw van Kolesnikov
Vovka Kolesnikov – man van Vetka

Samenvatting van het verhaal:
Viktor (Vitja ) Sloezkin wordt aangenomen op een middelbare school als geografieleraar. Omdat hij eigenlijk niets van geografie weet en geen pedagogische achtergrond heeft is zijn positie op school vanaf het begin af aan wankel. Vooral hoofddocent Roza Borisovna legt hem het vuur aan de schenen.
Ondertussen heeft Viktor een liefdeloze relatie met zijn vrouw Nadja, van wie hij op de bank moet gaan slapen. Viktor leidt zo een vrij uitzichtloos bestaan. Hij grijpt regelmatig naar de fles en bezoekt zijn vrienden. Deze voeren een ingewikkeld relatiespel. Hokker heeft een relatie met Kira, Vetka, en Nadja. Viktor voelt zich aangetrokken tot Sasja en Vetka probeert hem een keer te verleiden.
In een korte terugblik lezen we over Viktor in 1982, het jaar dat Brezhnev stierf, toen hij net zo oud was als zijn tegenwoordige leerlingen. Eigenlijk zitten alle volwassenen hier op een dood spoor. Ze zijn verveeld en zoeken vertier in drank en overspel. Viktor houdt eigenlijk nog steeds van Nadja en van zijn dochtertje Tata, maar ziet geen uitweg.

Aan het einde van de winter neemt Viktor zijn leerlingen mee op excursie. Ze trekken door de sneeuw, bouwen een vlot en zakken de rivier af. Ze beleven van allerlei avonturen en er ontstaat verbroedering tussen de leerlingen onderling en met Viktor. Deze wordt verliefd op de 15-jarig Masja. Hij probeert zijn gevoelens te onderdrukken, hetgeen gedeeltelijk lukt.
Aan het eind zit een ontknoping die ik hier niet opschrijf.

Titelverklaring:
De originele titel is De geograaf die zijn wereld opdronk. De geograaf is de bijnaam die de leerlingen Viktor hebben gegeven. Een van de leerlingen roept op een gegeven moment uit: de geograaf die zijn wereldbol heeft opgedronken, omdat Viktor samen met vriend Hokker dronken over straat zwalkt.

Plaats en tijd:
Het verhaal speelt zich af in de woonplaats van de schrijver, Perm, in de Oeral. Het speelt rond het jaar 1995.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:
Het verhaal is geschreven in de derde persoon, vanuit de persoon van Viktor Sloezkin.

Opbouw:
Het eerste deel beschrijft hoe Viktor aangenomen wordt, hoe hij kennismaakt met de leerlingen. Ook maken we hier kennis met zijn vrouw, dochter en vriendenkring.
Het tweede deel is een terugblik naar 1982 toen Viktor ongeveer even oud was als zijn huidige leerlingen. Het derde deel beschrijft opnieuw een deel van zijn huidige situatie.
Het vierde deel vormt de trektocht met de leerlingen over de rivieren Ponysj en Ledjanaja.

Thema en Motieven:
Thema is de verveling van het uitzichtloze stadsleven tegenover de uitdagingen van de woeste natuur.

Informatie over de schrijver:
Aleksej Ivanov werd geboren in Perm. Hij studeerde journalistiek en kunstgeschiedenis in Ekaterinburg, en keerde daarna terug naar zijn geboortestad. Daar werkte hij vier jaar lang als gids bij een reisbureau. Hij bestudeerde de gebruiken en gewoonten van de bewoners van de Oeral en schreef hier vervolgens boeken over.

Duveltje's oordeel:
Ik vond op verschillende plaatsen negatieve recensies over dit boek. Volgens mij is dit onterecht. Ik vermoed dat de critici niet verder zijn gekomen dan de eerste vijftig pagina’s terwijl het boek eigenlijk pas vanaf de helft echt losbarst. Wie Rusland of het Oostblok kent raakt misschien vermoeid bij het lezen over melancholie en samenzijn van vrienden die wodka drinken, want dit is van een dodelijke saaiheid. Ivanov neemt echter een lange aanloop om terecht te komen in prachtige filmische beschrijvingen van de natuur, dorpen en vervallen concentratiekampen. Het werk is sterk autobiografisch. Hij weet zijn eigen persoon steeds knap te relativeren, beschrijft mooi zijn innerlijke tweestrijd, gevechten met de liefde, de vriendschap en verweeft dit met de strijd tegen de woeste natuur tijdens de trektocht.
Een prachtig boek dat zeker verdient helemaal uitgelezen te worden!

zondag 7 december 2008

Een liefde in Parijs

Schrijver: Remco Campert
Titel: Een liefde in Parijs
Jaar van 1e uitgave: Januari 2004
Uitgever: De bezige bij
ISBN: 978-90-234-1788-0
Genre: psychologische roman
Periode: 50er jaren tot heden

Hoofdpersonen:
Richard Sanders - schrijver
Tovèr / Ton Verstrijden – succesvolle schilder, vriend van Richard.
Sacha van Munster – vroegere vriending van Richard

Samenvatting van het verhaal:
Richard is terug in Parijs. Hij denkt na over het verleden, over de tijd dat hij hier samen met vriend, bijgenaamd Tovér, op een klein zolderkamertje woonde. Tovér had succes en wist zich op te werken tot de beaumonde. Richard keerde terug naar Amsterdam. Hij is nu terug naar Parijs gekomen voor het presentatie van de vertaling van zijn nieuwe boek, De kunst van het vergeten, L'art d'oublier. Op straat komt hij een vrouw tegen, Sacha van Munster, die hij zich vaag van gezicht herinnert.

Richard loopt enigszins verdwaasd door Parijs. Hij heeft een ontmoeting met Tovér, maar voelt dat ze uit elkaar zijn gegroeid en dat hun vriendschap in zijn ogen meer voorstelde dan in die van Tovér. Ondertussen denkt hij terug aan zijn jeugd, aan zijn moeder die overleed toen hij zeven jaar oud was, zijn middelbare schooltijd en de verhouding met zijn vader, een bekende toneelspeler. Aan het einde van het verhaal onthult Sacha dat ze een zoon heeft van Richard.

Titelverklaring:
De titel slaat op de verhouding die Richard met Sacha had. Wat dat betreft is het geen juiste titel, want de verhouding tussen Richard en Sacha speelde zich af in Antwerpen.

Plaats en tijd:
Het verhaal speelt zich af in Parijs deels rondom het millenium, de schrijver is dan 60. Deels tijdens de jeugd van de schrijver, waarschijnlijk in de 60er jaren. Schrijfstijl / persoon/

Vertelwijze:
Het verhaal is geschreven in de derde persoon, vanuit de persoon van Richard Sanders

Opbouw:
Het boek begint met het heden, met het begin van het bezoek aan Parijs. De schrijver heeft geregeld flashbacks, keert terug naar het heden. Het verhaal eindigt in het heden met de presentatie van het boek en het gesprek met zijn ex-vriending Sacha.

Thema en Motieven:
De schrijver keert terug naar het verleden. Hierdoor vormt hij zich een nieuw beeld van zichzelf, van zijn verleden en van zijn verhoudingen met anderen in het verleden.Psychologische roman is eigenlijk een te groot woord voor dit levensverhaal.

Informatie over de schrijver:

Zie de informatie over Remco Campert op Wikipedia

Overige informatie:
Het zou aardig zijn om te weten wiens pseudoniem dat van Ton Verstrijden is. Ik heb een beetje gezocht maar kon niets vinden.

Duveltje's oordeel:
Het verhaal lijkt voor een groot deel biografisch. De hoofdpersoon, Richard Sanders, komt er wat dat betreft bekaaid van af. Het boek lijkt een zelfkritiek. De kunstenaar heeft in zijn jeugd niet het succes gehad waar hij op hoopte. Hij keerde terug naar Amsterdam, was daar weliswaar succesvol, maar vergelijken met het succes van zijn vroegere vriend verschraalt dat van Richard. Blijkbaar is de schrijver nogal nonchalant met zijn liefde omgesprongen, maar van enig schuldbesef is niet of nauwelijks sprake. De schrijver komt uit het boek naar voren als een Don Juan. Als ik een foto van Remco Campert zie, dan stel ik me daar geen Don Juan bij voor, maar ik kan me natuurlijk vergissen. Misschien is het zoals hij het in het boek beschrijft, dat toch veel vrouwen op kunstenaars vallen. Het boek is vlot geschreven en leest net zo weg. Ik vond het vooral aardig vanwege de Parijse sferen.

Sterretjes: ** (2)

zaterdag 22 november 2008

Shakespeare, The world as a stage


Schrijver: Bill Bryson
Titel: Shakespeare, The World as a Stage
Jaar van 1e uitgave: 2007
Uitgever: Harper Press
ISBN: 978 0 00 719790 3
Genre: biografie
Periode: 1564-1616

Inhoud:
Er is in het algemeen maar weinig directe informatie beschikbaar over Shakespeare. De schrijver heeft zelf geen aantekeningen over zijn leven of een dagboek bijgehouden en ook tijdgenoten hebben maar weinig over hem geschreven. De meeste informatie is indirect, dat wil zeggen afkomstig uit verwijzingen in archieven van een gemeente of juridische stukken. Bryson heeft talloze bronnen gebruikt om te komen tot een vergelijking van waarheden, onwaarheden, leugens en verzinsels over Shakespeare. Het boekje geeft niet alleen veel informatie over de schrijver en zijn werk, de tijd waarin hij leefde, Londen en Stratford, de rijkdom en de armoede, maar ook bijvoorbeeld over zijn tijdgenoten en de overige biografen.

Informatie over de schrijver:
Bill Bryson werd geboren in Iowa. Studeerde politieke wetenschappen aan de Drake University maar brak de studie af om te gaan reizen. In 1973 was hij in Engeland waar hij zijn vrouw ontmoette. Het paar vestigde zich in North Yorkshire, waar Bryson als journalist werkte. Hij schreef een aantal reisboeken en enkele boeken over de Engelse taal. In 2004 won hij de Aventis prijs met het boek A Short History of Nearly Everything. Verschillende boeken zijn bestsellers geworden vooral in de VS en in Engeland, ik neem aan door zijn vlotte, aansprekende schrijfstijl waarbij de nodige doses humor ten toon spreidt.

Duveltje's oordeel:
Dit boekje is een absolute must voor mensen die, net als ik, houden van Shakespeare, Engeland, geschiedenis. Mijn prettige bezoeken aan Londen en Stratford, op zoek naar resten van Shakespeare, kwamen plotseling weer uit mijn geheugen opborrelen. Verder worden er zoveel leuke interessante feiten opgenoemd dat het voor de liefhebber echt smullen is geblazen. Alleen al bijvoorbeeld het feit dat Shakespeare meer dan 2000 nieuwe woorden aan de Engelse taal heeft toegevoegd, waaronder antipathy, critical, eventful, en excellent, woorden die toch niet meer weg te denken zijn, maakt het boekje al ruimschoots de moeite waard.

dinsdag 18 november 2008

Kamer nr. 10


Schrijver: Åke Edwardson
Titel: Kamer Nr. 10
Jaar van 1e uitgave: 2005
Uitgever: Signatuur
ISBN: 978 90 56 722 401
Genre: Detective
Periode: vanaf 1980 tot aan 2005

Hoofdpersonen:
Erik Winter – hoofdinspecteur bij de recherche
Bertil Ringmar – collega inspecteur
Torsten Öberg – collega inspecteur
Elizabeth Ney – moeder van Paula Ney
Mario Ney – vader van Paula Ney
Christer Börge - weduwnaar van Ellen Börge
Jonas Sandler – vroegere buurjongen van Paula


Samenvatting van het verhaal:
Erik Winter moet opzoek naar de dader van een moord die in eerste instantie op zelfmoord lijkt. De dader heeft een aantal aanwijzingen voor de politie achtergelaten, die echter ondoorgrondelijk lijken. Het slachtoffer is Paula Ney, dochter van een Zweedse moeder en een Italiaanse immigrant die zijn verleden verborgen lijkt te willen houden. Paula is vermoord in hezelfde hotel waar twintig jaar eerder een andere vrouw Ellen Börge dood werd aangetroffen. Een vroegere buurjongen van Paula duikt op, maar tegen hem kunnen geen bewijzen worden gevonden. De rest van het verhaal schrijf ik niet op, want dat zou doodzonde zijn.


Titelverklaring:
Twee moorden worden gepleegd in kamer nummer 10 van hetzelfde hotel. Plaats en tijd:Het verhaal speelt zich af in het begin van de 21e eeuw, voor een deel wordt teruggekeken naar een onopgeloste moord in de tachtiger jaren van de vorige eeuw

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:
Het verhaal is geschreven in de derde persoon, vanuit de persoon van Erik Winter, hoofdinspecteur.

Opbouw: De detective kijkt af en toe terug naar het verleden. Zelf verkeert hij in een midlife-crisis. Het is wat contemplatief geschreven. Af en toe wordt teruggekeken naar de onopgeloste moordzaak in de tachtiger jaren. De puzzelstukken worden een voor een op tafel gelegd en langzamerhand vormt zich een beeld van de situatie, de mogelijke dader en zijn motief. Spannend tot aan het einde.

Informatie over de schrijver:
Åke Edwardson werd geboren in 1953 en geeft les aan de universiteit van Göteborg in Zweden. Drie maal won hij de Swedish Crime Writer Award. Hij heeft in totaal ongeveer 15 detectives op zijn naam staan. Edwardson was behalve leraar eerder journalist, en werkte bij de Verenigde Naties.

Duveltje's oordeel: Dit boek is een prima detective, spannend tot het einde. Het sleept zich voort in een eindeloze, monotone sfeer, die juist spanning toevoegt aan het verhaal . Heel klassiek; de lezer krijgt wel vier of vijf verschillende kandidaten voor de moordenaar voorgeschoteld, maar de oplossing komt pas op het eind.
Het feit dat elke politieman in dit verhaal een intellectueel lijkt maakt het verhaal af en toe iets ongeloofwaardig, maar misschien bestaat de hele Zweedse politiemacht wel uit intellectuelen. Ik ben er nog nooit geweest.

zaterdag 15 november 2008

De Vliegeraar

Schrijver: Khaled Hosseini
Titel: De Vliegeraar
Jaar van 1e uitgave: 2003
Uitgever: De Bezige Bij
ISBN: 978 90 23 426 967
Genre: Roman
Periode: vanaf 1973 tot 2001
Hoofdpersonen:
Amir – zoon van de rijke en invloedrijke Baba
Baba – vader van Amir
Ali – bediende van Baba en Amir
Hassan – zoon van Ali
Assef en Kamal – zonen van vrienden van Baba

Samenvatting van het verhaal:
Amir, de zoon van Baba, groeit op samen met Hassen de zoon van zijn bediende Ali. De twee zijn bevriend maar het standsverschil tussen de twee is altijd merkbaar in hun relatie. De moeder van Amir is overleden toen hij geboren werd. De moeder van Hassan, Sanaubar, is er met een andere man vandoor gegaan. Amir heeft een talent voor schrijven. Hassan en Amir zijn samen kampioenen in het in Afghanistan zeer populaire vliegeren. Hierbij wordt de lijn van de vlieger ingesmeerd met gemalen glas en de kunst is om andere vliegertouwen door te snijden en zo concurrenten uit de lucht te halen. Na een vliegergevecht gaat Hassan op zoek naar de overwonnen vlieger maar wordt door Assef en Kamal verkracht. Amir ziet toe en grijpt niet in. Deze gebeurtenis zal hem de rest van zijn leven blijven achtervolgen. Amir word telkens met zijn misdaad geconfronteerd en daarom beschuldigt hij Hassan van diefstal van een horloge met als doel hem uit huis te laten verbannen. Ali en Hassan vertrekken uit eigen beweging. In de jaren ’80 vallen de Russen binnen in Afghanistan. Baba en Amir vluchten. Kamal komt tijdens deze tocht om. Uiteindelijk weten Baba en Amir via Pakistan naar de Verenigde Staten te vluchten. Vader en zoon maken deel uit van een Afghaanse gemeenschap in de VS. Amir wordt schrijver en trouwt met de dochter van een Afghaanse ex-generaal.
In 2001 keert Amir terug naar Afghanistan. Zijn geweten speelt hem nog steeds parten. Hij probeert iets goed te maken door Tijdens zijn verblijf komt hij erachter dat Hassan eigenlijk zijn halfbroer is, omdat hijzelf ook een zoon is van Sanaubar. Hassan en diens vrouw zijn door de Taliban vermoord. De zoon van Hassan, Sohrab , leeft wel nog, maar is geschaakt door een Taliban die hem seksueel misbruikt. Dit blijkt Assef te zijn. Amir vlucht met Sohrab naar Pakistan, en uiteindelijk weet hij Sohrab naar de VS te brengen.

Titelverklaring:
Vliegeren is een populair spel in wedstrijdvorm in Afghanistan. In de passages over de vliegerwedstrijden komt de verhouding tussen de jongens tot uitdrukking.

Plaats en tijd:
Het verhaal speelt zich af tussen 1973 en 2001. Het eerste deel speelt in Kabul, Afghanistan. Het tweede deel is de vlucht naar Pakistan vanuit Kabul. Het derde deel speelt in de VS, het vierde weer grotendeels in Afghanistan

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:
Het verhaal is geschreven in de eerste persoon vanuit de figuur van Amir. Het verhaal is deels autobiografisch.

Opbouw:
De geschiedenis wordt verteld uit de herinnering van een 38-jarige man die vertelt over zijn leven van kind af tot aan de tegenwoordige tijd. De indeling is vrij eenvoudig. Het eerste deel en tweede gaat over de jeugd in Afghanistan en de vlucht uit Afghanistan naar het Westen. Het derde deel over de Verenigde Staten, de cultuurverschillen, de banden met Afghanistan en het verleden. Het vierde deel is de terugkeer naar het Afghanistan. De geschiedenis is een soort van retrospectief waarin de man zijn eigen karakter analyseert aan de hand van gebeurtenissen uit het verleden.

Thema en Motieven:
Er staan verschillende thema’s centraal in dit boek. Een eerste thema is het verschil tussen rangen en standen, klassen, stammen in Afghanistan. Vanuit deze verschillen kan een deel van de misdaad van Amir verklaard worden. Een tweede thema is de verhouding tussen vader en zoon. Er is sprake van een zeer moeizame verhouding tussen Amir en Baba. Een derde thema is het cultuurverschil tussen de Verenigde Staten en Afghanistan. Een vierde thema is het schuldgevoel en hoe iemand daarmee om kan gaan.

Informatie over de schrijver:
De familie Hosseini vluchtte in 1979/80 vanuit Afghanistan naar Amerika. De schrijver studeerde van 1984 tot 1989 biologie aan de universiteit van Santa Clara, daarna studeerde hij medicijnen aan de universiteit van San Diego, en behaalde zijn titel in 1993. Van 1996 tot 1998 werkte hij als internist. Na het succes van dit boek richtte hij zich op het schrijven en op andere zaken.

Overige informatie: Het verhaal is grotendeels autobiografisch. De film gemaakt naar het boek kwam uit in december 2007 en was een groot kassucces.

Duveltje's oordeel:
Dit boek is een absolute bestseller hetgeen bij mij altijd automatisch een zekere gereserveerdheid oplevert. Het succes van dit boek is deels te verklaren vanuit het opportunisme waarmee het geschreven is. De schrijver maakt dankbaar gebruik van de belangstelling voor Afghanistan die enorm gegroeid is sinds Bush de strijd met het terrorisme heeft aangebonden ook en vooral op Afghaanse bodem. Het bevestigd ook ten dele de vooroordelen van de Westerse en vooral Amerikaanse cultuur ten opzichte van de islamitische. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de wrede verkrachting van een jongetje later wordt dit thema nog eens herhaald, en in de manier waarop de Taliban worden beschreven. Opvallend vond ik de koude wijze waarop de hoofdpersoon zijn eigen rol schildert. Weliswaar komt de schuldvraag telkens aan de orde, maar van een werkelijke bekentenis lijkt nooit sprake te zijn. Hij heeft daarentegen geen enkele moeite om die schuld wel bij anderen in zijn omgeving te leggen. Het was voor mij te ver van mijn bed.

zondag 27 juli 2008

Het Psalmenoproer

Schrijver: Maarten ’t Hart
Titel: Het Psalmenoproer
Jaar van 1e uitgave: 2006
Uitgever: Arbeiderspers
ISBN: 978 90 29 566 117
Genre: Historische Roman
Periode: vanaf 1730 tot aan begin 19e eeuw

Hoofdpersonen:

Roemer Stroombreker– reder van vissersschepen
Diderica Croockewerf – zijn vrouw
Anna Kortsweyl – grote liefde van Roemer en moeder van zijn zoon
Gilles Heldenwier – de zoon van Roemer en Anne
Meester Spanjaard – de onderwijzer

Samenvatting van het verhaal:

Roemer wordt op jonge leeftijd verliefd op Anna. Hij trouwt echter met Diderica Croockewerf waardoor hij zijn vissersvloot kan uitbreiden omdat hij naast zijn twee hoekers ook nog twee nieuwe buizen in bezit krijgt. Anna trouwt met Grubbelt Heldenwier, die niet vermoedt dat zijn zoon Gilles een natuurlijke zoon is van Roemer
Het zit echter niet zo mee, want Nederland verkeert voortdurend in oorlog, voornamelijk met Engeland. Hierdoor wordt de visvangst benadeeld. In Maassluis ontstaat daardoor onrust. Deze onrust vertaalt zich ook in onenigheid tussen religieuze groepen. De gewone bevolking is tegen de invoering van de korte zingtrant zoals de kerk die wil doen. De gevestigde macht is daarentegen voor de invoering van deze manier van zingen. Er ontstaat een opstand, het Psalmenoproer, die uiteindelijk wordt neergeslagen. De schuldigen waaronder Gilles Heldenwier worden verbannen.
Als Diderica sterft neemt Roemer meester Spanjaard bij hem in huis. Later trekt ook Anna bij hem in, nadat ze van haar man Grubbelt is gescheiden.
Roemer wordt burgemeester. Als Gilles na jaren terugkeert en onderduikt in Maassluis wordt hij opgepakt en gevangen gezet. Roemer weet hem echter te laten ontvluchten.
Jaren later komt Roemer zijn zoon weer tegen als hij in Amsterdam bij Napoleon gaat pleiten voor de visserij van Maassluis. Tot een verzoening komt het echter niet.

Titelverklaring:

De titel is het Psalmenoproer. Het oproer is het verhaal waarom heen zich de rest van de geschiedenis van de hoofdpersonen afspeelt.

Plaats en tijd:

Het verhaal speelt zich af vanaf ongeveer 1730 tot aan het begin van de 19e eeuw (Napoleon). De geschiedenis speelt voornamelijk in Maassluis. Roemer onderneemt twee keer een reis. Een keer naar Den Haag, en een keer naar Amsterdam.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

Het verhaal is geschreven in de derde persoon, vanuit de persoon van Roemer Stoombreker.

Opbouw:

Het boek is een historische roman. De geschiedenis ontknoopt zich aan de hand van een aantal historische feiten, zoals de oorlogen met Engeland en Frankrijk, het Psalmenoproer, maar ook aan de muziek en de geschiedenis van Johan Sebastiaan Bach.
Het vertelt het verhaal van Roemer Stoombreker vanaf zijn jeugd tot en met zijn bezoek aan Napoleon als lid van een delegatie van reders, op bejaarde leeftijd.

Thema en Motieven:

Thema is het leven van arm en rijk in deze historische periode, de liefde tussen de rijke Roemer en de arme Anna, waarbij het standsverschil en de betekenis daarvan duidelijk uit de doeken wordt gedaan. Het boek geeft tevens een goed beeld van het economische systeem van die tijd.

Informatie over de schrijver:

Maarten ’t Hart studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Hij publiceerde zijn eerste roman, Stenen voor een ransuil, in 1971. In 1978 breekt hij door met Een vlucht regenwulpen. Zijn werk is sterk autobiografisch en de invloeden van het gereformeerde geloof en het verzet tegen de religie zijn in veel van zijn boeken terug te vinden. Wat het geworstel met het geloof betreft past hij prima in een traditie waarin ook Gerard Reve en Jan Wolkers thuis horen.

Overige informatie:

Maarten ’t Hart heeft zeer uitgebreid onderzoek gedaan naar de omstandigheden in Maassluis in de betreffende periode. De belangrijkste bronnen worden in het boek genoemd. Hij is heel zorgvuldig te werk gegaan, waardoor het verhaal zeer realistisch wordt.


Duveltje's oordeel:

Uitstekend geschreven boek dat zeker mensen die van vaderlandse geschiedenis houden weet te boeien. Blijft wel dat de lezer voortdurend uit het perspectief van een rijke reder zich moet verplaatsen in de werkelijkheid van de 18e eeuw. Af en toe komt dat wat pedant over.

donderdag 17 juli 2008

De tranen van Mata Hari

Schrijver: Tomas Ross
Titel: De tranen van Mata Hari
Jaar van 1e uitgave: 2007
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam
ISBN: 978 90 234 2333 1
Genre: Detectiveroman
Periode: 20e eeuw, vanaf 1914 tot ca. 1918

Hoofdpersonen:

Mata Hari (Margaretha Geertruida Zelle) – Danseres, courtisane, spionne
Prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerig – echtgenoot van koningin Wilhelmina
Willem Bentinck – journalist voor de NRC en spion
Jonathan Grey – archeoloog en spion
Matti van Limburg-Stirum – ex-verloofde van Bentinck en spionne
Francois van ‘t Sant – hoofd rivierpolitie en spion
Femke Talsma – 2e verloofde / vrouw van Bentinck

(een volledige lijst van hoofdpersonen staat voor in het boek)

Samenvatting van het verhaal:

Willem Bentinck krijgt het voorstel van de Nederlandse geheime dienst om inlichtingen te verzamelen in de kringen rondom prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. De prins wordt verdacht van sympathie voor de Duitse zaak en dat is een potentieel gevaar voor de Nederlandse neutraliteit in de Eerste Wereldoorlog. Bentinck stemt toe en wordt leraar Nederlands van de prins. Na een geheimzinnige moord in een hotel in Den Haag stapt Bentinck uit de inlichtingendienst.
Mata Hari zwerft ondertussen door Europa op zoek naar verdiensten. Ze is inmiddels wat ouder en als danseres kost het moeite om in haar levensonderhoud te voorzien. Als minnares van rijke zakenlui en politici weet ze zich aardig te handhaven. Als de Duitse geheime dienst haar voorstelt om te gaan spioneren doet ze alsof ze hierop in gaat. Ze neemt een som geld aan en zet Prins Hendrik onder druk. Een dokter zou het bewijs hebben dat het kind van Wilhelmina (Juliana) niet een dochter van Willem III zou zijn.
Hierna ontstaat er een ingewikkeld verhaal vol intrige waarin bijna iedereen lijkt deel te nemen aan de spionage-activiteiten van de betrokken landen. Het verhaal eindigt tenslotte met de arrestatie en executie van Mata Hari.

Titelverklaring:

Mata Hari huilt niet als haar doodvonnis wordt voorgelezen, ook niet voordat ze geëxecuteerd wordt. Mata Hari huilt wel omdat ze haar dochter niet kan zien.

Plaats en tijd:

Het verhaal speelt zich af gedurende de Eerste Wereldoorlog in verschillende Europese landen, Engeland, Duitsland, Nederland, Spanje, Frankrijk.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

Het verhaal is geschreven in de derde persoon, vanuit verschillende personen; Mata Hari, Bentinck en Grey zijn daarvan de voornaamste personen.

Opbouw:

Het boek is een detective- of spionageverhaal. Er lopen vele lijnen waarbij er veel personen als spionnen optreden, soms als dubbelspion. Het genre wordt faction genoemd, een combinatie van fictie en werkelijke feitelijke gebeurtenissen. Een deel van het verhaal is waar gebeurd, een deel van de personages wordt gevormd door mensen die werkelijk hebben geleefd en een rol hebben gespeeld in de geschiedenis. Een ander deel is verzonnen.

Thema en Motieven:

Thema is spionage. Tegelijkertijd lijken patriottisme en spionage af en toe niets met elkaar te maken te hebben. De hoofdpersonen zijn meest toevallig in een kluwen van samenzwering, spionage en complot terecht geraakt en niet uit overtuiging. Anderen laten zich alleen maar door financiële motieven leiden.

Informatie over de schrijver:

Tomas Ross is het pseudoniem van Willem Pieter Hogendoorn. De schrijver werd geboren in 1944 en debuteerde in 1980 met de misdaadroman De Honden van het Verraad. Zijn boeken zijn meest (politieke) misdaadromans waarbij hij werkelijke geschiedenis vermengt met een zelf verzonnen verhaal.

De schrijver doet meestal veel research naar de feiten waaraan hij zijn verhaal ophangt. Hij werkte als journalist voor verschillende dag- en weekbladen en voor de NOS en de TROS.

Overige informatie:


Duveltje's oordeel:

Het boek is af en toe vervelend slecht geschreven. Soms lijkt het alsof je een dikke keukenroman aan het lezen bent, maar bij vlagen schrijft Ross juist weer bijzonder goed. De vermenging van fictie en feiten heeft als voordeel dat het verhaal realistisch overkomt. Tegelijkertijd ontstaat door deze vermenging ook gelijk verwarring. Als lezer vraag je je af wat er nu werkelijk waar is van het verhaal en wat niet. Daardoor bleef ik met een kater zitten.
Het boek is ondanks de ups en downs spannend genoeg en zeker interessant als je wat meer over Mata Hari wilt weten.

zaterdag 28 juni 2008

De schaduw van de wind


Schrijver: Carlos Ruiz Zafón
Titel: De schaduw van de wind
Jaar van 1e uitgave: 2003
Uitgever: Signatuur, Utrecht
ISBN: 978 90 5672 078 0
Genre: Roman
Periode: 20e eeuw, vanaf 1900 tot ca. 1970

Hoofdpersonen:

Daniel Sempere – zoon van de boekhandelaar
zijn vader – de hoedenhandelaar
Julian Carax – schrijver, zoon van Don Ricardo en Sophie Carax
Fermín Romero de Torres – zwerver, speurneus, tegenstander van het regime van Franco
Francisco Javier Fumero Almuñiz – Inspecteur van politie
Tomás Aguilar – vriend van Daniel
Isaac Montfort – bewaarder van het Kerkhof der Vergeten Boeken
Nuria Montfort – zijn dochter secretaresse van de uitgever van Carax,
Cabestany
Penélope Aldaya – dochter van Don Ricardo Aldaya, en halfzus van Julián Carax
Jorge Aldaya – broer van Penélope Aldaya
Miquel Moliner – oude schoolvriend van Jorge en Julián

Gustavo Barceló - boekhandelaar

Samenvatting van het verhaal:

1945. In het Kerkhof der Vergeten Boeken vindt de elfjarige Daniel het boek “De Schaduw van de Wind” van de onbekende schrijver Julián Carax. Het verhaal boeit hem en hij begint een speurtocht naar de schrijver. Zijn vader, een boekhandelaar, brengt hem in contact met een collega-handelaar Gustavo Barceló. Deze wil “De Schaduw van de Wind” van Julián kopen, maar deze weigert. Daniel maakt kennis met het nichtje van Barceló, de blinde Clara en hij wordt gelijk verliefd. Clara weet meer over Carax en vertelt Daniel over de schrijver en diens werk.
Op Daniel’s zestiende verjaardag ontmoet hij een geheimzinnige man die zijn gezicht verbergt en ruikt naar verbrand papier. Ook hij wil “De Schaduw van de Wind” van Daniel kopen, maar deze weigert opnieuw. Als Daniel vraagt waarom de man zo geïnteresseerd is in het boek antwoord deze dat hij het boek wil verbranden.
Daniel maakt kennis met de zwerver Fermín Romero de Torres, die hij voorstelt aan zijn vader. Fermín krijgt een baantje als speurneus naar zeldzame boeken. Daniel krijgt nog meer informatie over Carax van Isaac, de bewaarder van het Kerkhof der Vergeten Boeken. Ook Isaac is benaderd door de geheimzinnige figuur, die zich Lain Coubert noemt, naar een personage uit een boek van Carax.
Isaac’s dochter Nuria is een tijd de secretaresse geweest van Carax’s uitgever, Toni Cabestany.
Fermín begint een verhouding met de huishoudster van Barceló. Daniel ontmoet Bea, de zus van zijn vroegere vriend Tomás en wordt opnieuw verliefd. Bea vertelt hem echter dat ze binnenkort zal gaan trouwen met een vaandrig.
Daniel vindt de hoedenwinkel van Antonio Fortuny, de vader van Julián Carax. De winkel staat leeg maar de conciërge
van het gebouw, Doña Aurora, helpt hem verder. Antonio Fortuny is twaalf jaar terug gestorven. Julian, die de achternaam van zijn moeder draagt, is ca. 1918 naar Parijs vertrokken en in 1935 weer teruggekomen. Volgens de conciërge was Antonio niet de natuurlijke vader van Julian. Zij vertelt hem ook dat Julian in zijn jeugd bevriend raakte met Miquel Aldaya. Julian’s moeder zou verhuisd zijn naar Buenos Aires. Samen met de conciërge gaat hij het huis binnen. Hij vindt een foto van een zekere Penélope en ook een brief van Penélope aan Julián Carax.
De beheerder van het pand, Molins, weet nog meer te vertellen. Julian is inderdaad het kind van een andere vader. Volgens Molins was Antoni een wrede man die zijn vrouw Sophie Carax vaak sloeg. Julian toonde al snel een talent voor tekenen en schrijven.
Hij vindt Nuria Montfort en hoort haar uit. Ze beweert dat haar man, Miquel Moliner, in de gevangenis verblijft. Nuria merkt op dat Daniel wel wat op Julián Carax lijkt. Ze vertelt dat ze in 1936 is benaderd door een medewerker van het mortuarium die beweerde dat het lijk van Julián Carax was binnengebracht. Op het lichaam was het paspoort van Carax gevonden en een exemplaar van “De Schaduw van de Wind”. Ook Nuria is bezocht door de geheimzinnige Laín Coubert. De exemplaren die zij bezat van het werk van Carax heeft ze in het Kerkhof der Vergeten Boeken verstopt.
Fermín ontdekt dat Nuria de postbus leeghaalt waar de post voor Julián Carax naar toegestuurd wordt. Hij vermoed dat Nuria gelogen heeft over wat ze weet van Carax. (210)

Daniel en Fermín zetten hun speurtocht voort en komen terecht in de vroegere school van Jorge, Miquel en Julián, waar ze Pater Fernando uithoren. Daniel doet zich voor als de zoon van Carax.
Fernando vertelt dat de vader van Miquel sympathie opvatte voor Julián en zorgde dat hij op deze dure school terecht kon. Julián raakte op school bevriend met een van de zoons van een kok, Fernando Ramos. De enige vriend van Fernando is Miquel Moliner. Verder raakt Julian bevriend met de zoon van de conciërge, Francisco Javier, de latere inspecteur Fumero. Pater Fernando brengt Daniel en Fermín op het spoor van de gouvernante van Penélope, Jacinta Coronado. Volgens de pater heeft niemand Penélope na 1919 nog gezien. De familie Aldaya verhuisde naar Argentinië nadat zich een soort spookdrama had afgespeeld, waarbij mevrouw Aldaya in 1921 dood in haar slaapkamer werd aangetroffen.
Daniel en Fermin zoeken Jacinta op in het duistere Santa Maria Hospice. Jacinta vertelt hoe Julian en Penélope verliefd op elkaar werden. Julian ontdekte hoe zijn moeder en Don Ricardo Aldaya elkaar in het geheim ontmoetten. Julian en Penelope worden samen in bed aangetroffen door de moeder van Penélope. Ze besluiten samen naar Parijs te vluchten, maar Penélope wordt door haar vader in een kamer opgesloten. Julian vertrekt alleen naar Parijs, geholpen door Miquel Moliner.

Als ze het gebouw verlaten worden ze aangehouden door inspecteur Fumero. Fermin wordt helemaal inelkaar geslagen. Ze zoeken onderdak bij Barcelo.

Bea en Daniel gaan opnieuw het oude spookhuis van Aldaya binnen en bedrijven de liefde, maar Bea lijkt niet van plan om een durende relatie te beginnen. (340) Daarna vindt Daniel in het huis de graftome van Penelope en haar kind.

Een paar dagen later gaat Daniel op zoek naar Bea, maar ze is verdwenen.

Gustavo Barcelo vertelt Daniel over zijn ontmoeting met Manuel Gutierrez Fonseca, de ambtenaar van het mortuarium. Die vertelde hem dat het lijk van Julian Carax waarschijnlijk dat van iemand anders was. Fumero dwong hem echter het lijk te identificeren als dat van Carax.

Nuria wordt vermoord, en Fermin wordt van deze moord beschuldigd. Via Nuria’s vader ontvangt Daniel een brief die ze schreef voor haar dood. In de brief vertelt ze hoe ze Miquel Moliner ontmoette, hoe ze Julian Carax in Parijs opzocht en verliefd op hem werd. Het blijkt dat Penélope en Julian half broer en -zuster waren. Julian was een kind van Sophie Carax en van Don Ricardo.Toen de Aldaya’s in 1926 per boot naar Argentinie reisde pleegde de zieke Don Ricardo zelfmoord door van boord te springen. Tien jaar later keerde Jorge Aldaya terug naar Barcelona Daar kwam hij Fumero weer tegen. Jorge besluit op zoek te gaan naar Julian Carax. Fumero laat hem zijn gang gaan. Hij wil dat Jorge hem op het spoor van Miquel en Carax brengt zodat hij met iedereen kan afrekenen.

Miquel en Nuria beginnen samen een relatie. Julian komt terug naar Barcelona en ontmoet Miquel. Miquel heeft tbc en als Fumero hen op de hielen zit besluit hij zich op te offeren. Miquel wordt door Fumero’s handlangers in een schietpartij vermoord, Julian weet te ontvluchten. Het was dus het lichaam van Miquel dat als dat van Julian werd geïdentificeerd.

Julian ontdekt het graf van Penelope en haar zoontje dat doodgeboren werd. Vanaf dat moment gaat Julian op zoek naar zijn boeken, met de bedoeling om deze te verbranden. Zo komt Julian ook uiteindelijk op het spoor van Daniel.

Daniel zoekt Tomás op en hoort dat Bea zwanger is van hem. Hij vindt Fermin terug. Tenslotte ontmoet Daniel zijn Bea in het spookhuis. Ook Fumero en Julian Carax zijn in het huis.
Daniel wordt getroffen door een kogel van Fumero, maar overleeft het. Fumero sterft in een vechtpartij met Carax.

Titelverklaring:

De schaduw van het licht is de titel van een boek van de hand van de hoofdpersoon. De titel van het boek schetst ook het hoofdmotief (zie Thema's en motieven)

Plaats en tijd:

Het verhaal speelt zich af in Barcelona, een deels in Parijs, tussen 1900 en 1966.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

Het boek is geschreven in de ikvorm, vanuit de persoon van Daniel

Opbouw:

Het boek is geschreven als een detectiveverhaal. Er lopen verschillende lijnen door het boek die uiteindelijk allen samenkomen in het slot van het boek. De verteller groeit op van een elfjarige jongen aan het begin van het verhaal (1945) tot een man van 32 jaar (1966).

Thema en Motieven:

Thema’s zijn liefde, geweld. De titel van het boek schetst ook het hoofdmotief; het onderscheid tussen licht en donker en het samenkomen daarvan. Licht en donker staat uiteraard ook voor goed en kwaad, liefde en haat.

Informatie over de schrijver:

Carlos Ruiz Zafón, werd in 1964 geboren in Barcelona, maar woont en werkt in Los Angeles. Daar hield hij zich bezig met het schrijven van scripts en scenarios voor films. Waarschijnlijk is dit van invloed geweest op zijn beeldende schrijfstijl.
Het boek De Schaduw van de Wind betekende zijn grote, internationale doorbraak. Van het boek werden wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht. Hij schreef daarna slechts één ander boek, getiteld Het Spel van de Engel. Het boek werd een bestseller, de schrijver werd een hype. Volgens velen deed hij zelf teveel zijn best om die hype in stand te houden, door bijvoorbeeld interviews in kranten en optredens in tv-programma’s.

Overige informatie:

In het boek zijn invloeden uit de klassieke literatuur merkbaar. Zo lijkt de hoofdfiguur Fermin enigszins op een Don Quichotte. Dat Daniel’s grote liefde Beatriz heet is waarschijnlijk ook geen toeval.
Het drama dat zich in het leven van Julian Carax heeft voltrokken herhaalt zich in het leven van de verteller Daniel, ook hij verliest bijna zijn grote liefde nadat ze zwanger van hem is geraakt. Verschillende malen merken hoofdpersonen op dat Daniel qua uiterlijk en karakter op Carax lijkt.
De dictatuur van het Franco Regime komt uitsluitend terug in de persoon van Inspecteur Fumero. Verder speelt politiek geen rol.

Duveltje's oordeel:

Het boek is een absoluut meesterwerk. Het is goed en vlot geschreven, spannend, romantisch, komisch, dramatisch, meeslepend tot aan het einde. (bovendien heel goed vertaald in het Nederlands door Nelleke Geel). Af en toe lijkt het boek iets tè compleet, te fantastisch, te goed, alsof er een heel team van vertellers achter zit. Ik vind dat het soms iets te veel weg heeft van een Harry Potterfilm met een soort van Verkadeblikkennostalgie. Lekker speurneuzen in stoffige boekwinkels, spookhuizen, met krakende planken en opfladderende vogels.

zondag 15 juni 2008

Fado Alexandrino

Schrijver: António Lobo Antunes

Titel: Fado Alexandrino
Jaar van 1e uitgave: 1983
Uitgever: Ambo Anthos 2007
ISBN: 978 90 263 18306
Genre: Roman
Periode: 20e eeuw, rond 1974 met terugblikken op de voorgaande jaren

Samenvatting van het verhaal:

Fado Alexandrino is een verhaal verteld vanuit vijf verschillende personages, allen militairen. De historie speelt zich af in een nacht tijdens de Anjerrevolutie (24 april 1974) en vertelt het verhaal van vijf Portugese soldaten. De lezer volgt hun gesprekken, gedachten, tijdens hun bezoek aan een restaurant, daarna in een nachtclub en uiteindelijk belanden ze bij een van de soldaten thuis.
De verhalen gaan over het leven in Lissabon en over hun belevenissen tijdens de oorlogen in Angola. Door de oorlog zijn ze ontwricht, net als de Portugese samenleving ontwricht is door de oorlog, de dictatuur en de strijd tussen links en rechts.

Er is geen duidelijke verhaallijn. Het vertelde is een opsomming van belevenissen, die meest gaat over menselijke verhoudingen, liefde, seks, drugs, drank, de oorlog, het leven en de dood. Al deze aspecten van leven en dood zijn ontdaan van romantiek. Het verhaal is een rauwe realistische weergave van soldaten die terugkeren naar huis, geen echt thuis vinden, omdat alles anders lijkt of veranderd is, zijzelf misschien nog het meest.

Titelverklaring:

Fado is een Portugese muziekstijl, het woord komt van het Latijnse fatum hetgeen lot of bestemming betekent. De betekenis van het woord Alexandrino is mij niet duidelijk.

Plaats en tijd:

Het verhaal speelt zich af op 24 en 25 april 1974 in Lissabon. De hoofdpersonen blikken tevens terug op hun verblijf in Angola.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

De stijl is grotendeels bepalend voor het werk. Het boek is deels geschreven in de ikvorm, deels in de derde persoon. De zinnen zijn vaak heel lang. Volzinnen worden dan zonder punten ertussen aan elkaar geplakt, zodat de lezer de indruk krijgt dat de schrijver, of de spreker die het verhaal vertelt, aan een stuk door ratelt.
Bovendien zijn de stukken verhalen van de verschillende personen door elkaar heen geweven en achter elkaar geplakt. Je krijgt zo één zin van de ene soldaat en vervolgens één zin van de andere waardoor het verhaal bijzonder chaotisch en verwarrend wordt.

Opbouw:

Het boek is onderverdeeld in drie hoofdstukken: Voor de Revolutie, De Revolutie, en Na de Revolutie. De soldaten vertellen hun verhaal in het eerste stuk in een restaurant, in het tweede in een nachtclub, en na een wilde nacht belanden ze bij een van hen thuis, in het derde hoofdstuk. Tijdens de verhalen speelt het verhaal van de Revolutie zich af die zich die avond en nacht voltrok. Het chaotische van de nacht wordt nog eens benadrukt door de manier waarop het verhaal is geschreven (zie Schrijfstijl)

Thema en Motieven:

Het thema is de chaos en de ontwrichting van het leven en de psychische uitwerking daarvan op de mensen die deze ontwrichting beleven.

Informatie over de schrijver:

António Lobo Antunes werd geboren in Lissabon in 1942, als zoon van een neurochirurg. Hij studeerde medicijnen, met als specialisatie, psychiatrie. Tijdens zijn studie werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Hij vocht in Angola en keerde in 1973 terug in Portugal. In 1979 debuteerde hij met Memória de Elefante Veel van zijn werken gaan over de oorlog in Angola. De schrijver rekent William Faulkner en Gustave Flaubert tot zijn invloeden.
Hij ontving in 2007 de belangrijkste Portugese literaire prijs: de Prémio Camões. In hetzelfde jaar werd een ernstige vorm van kanker bij hem ontdekt.

Overige informatie:

Het boek is geschreven in 1983. In 2007 verscheen de Nederlandse vertaling van Harry Lemmens (die wel een flinke kluif aan dit dikke en moeilijke boek moet hebben gehad). De Nederlandse critici schreven zeer lovende kritieken op dit boek. Dat ze er 25 jaar over gedaan hebben om het boek te ontdekken geeft misschien wel aan hoe alert Nederlandse critici zijn als het om buitenlandse literatuur gaat. António Lobo Antunes wordt genoemd als mogelijke kandidaat voor de Nobelprijs van de Literatuur.

Duveltje's oordeel:

De beschrijvingen van Lobo Antunes zijn schitterend en ik ken weinig schrijvers die zo briljant en filmisch zaken kunnen beschrijven. Een voorbeeld:

“Keten van hout en golfplaten met stenen en autobanden op het dak, modder, een zware stank van viezigheid, zuur eten en uitwerpselen, oude negerinnen met een pijp tussen hun kaken die oventjes van klei aanwakkerden, plastic gordijntjes, olielampjes tussen kisten en kookpannen. Bijna een hele week heb ik samen met de stomme en de neef van de boekhoudster lopen zoeken naar die vent in Alcantara, in Benfica, in Amadora, in Casal Ventoso, Algés, trappend in drollen, struikelend over keien, steeds verder doordringend in een cirkelvormige doolhof van vuilnis en wiebelige bouwsels, die bewoond werd door geblaf, gejank, gehuil en een onnoemelijke stilte, een hele week vragen stellen aan onverstaanbare groepen zigeuners die bijeengehurkt zaten in eindeloze vergaderingen en ons voordat ze antwoord gaven, bekleedden met de lange, elkaar overlappende ruches van hun oogleden, geleid door het ongericht rondstrijkende schijnsel uit de kroegen, waar de wijn zo traag uit het vat stroomde als bloed uit een doorgesneden keel, een hele week aanbotsen tegen potdichte gezichten met zonnebrillen en hawaïhemden die ons totaal onverschillig zwijgend aanstaarden, tegen ernstige, stokoude kinderen met monden die even kiezelig waren als een rivier in de winter, tegen allerlei stank en de lucht van zweet en vis en vieze geuren die in je in het gezicht sloegen , tegen verminkten die zich lijkend op stervende spinnen voortbewogen door tientallen scheve , slappe ledematen over de hobbelige gronde te slepen, en niets, Otilia, echt wat je noemt niets (..de zin loopt nog een kwart bladzijde door…)”

De lange zinnen maken dat je geen rust krijgt. Je moet doorlezen. Dit is zeker knap gedaan. Het is vermoeiend voor de lezer, maar door deze stijl overvalt hem dezelfde soort koortsige moeheid en delirium waarin de soldaten zich bevinden. De koorts die je ’s ochtends voelt na een nacht doorzakken.

Helaas houd ik persoonlijk niet van boeken waar aan een stuk door expliciet schrijft over geslachtsdelen, geilheid, vochtigheid, excrementen enzovoort. Ik vind dat ergerlijk en voor mij wordt het boek daardoor vrijwel onleesbaar. Henk Pröpper van de Volkskrant noemt het “schitterende vuilspuiterij”. Voor mensen die zich hier niet aan storen of zelfs van vuilspuiterij houden zal het zeker een geweldig boek zijn, ik heb vanwege die vuilspuiterij hele stukken overgeslagen.

maandag 12 mei 2008

Verhalen uit Kolyma

Schrijver: Varlam Sjalamov
Titel: Verhalen uit Kolyma
Jaar van 1e uitgave: 1982?
Uitgever: Bert Bakker, 1996
ISBN: 90 351 1706 9
Genre: Autobiografisch werk
Periode
: 20e eeuw





Samenvatting van het verhaal
:

Varlam Sjalamov vertelt kampverhalen. De schrijver bracht zeventien jaar door in straf- en werkkampen in Siberië. Het verhaal bestaat uit een verzameling anekdotes. De meeste verhalen spelen zich af in strafkampen en zijn beschrijvingen van het leven in het kamp.

De gevangenen zoeken naar allerlei manieren om ondanks ziekte, ondervoeding, lijfstraffen, misdaad en andere ellende hun verblijf draagbaar, of beter gezegd, minder ondraagbaar te maken. Soms gaat dit door leugen en bedrog, soms ten koste van medegevangenen.

Titelverklaring:

Het boek bestaat uit verhalen opgetekend door een gevangene (Varlam Sjalamov) die jarenlang heeft verbleven in straf- en werkkampen.

Plaats en tijd:

Van 1929 tot 1932, van 1937 tot 1942 en van 1943 tot 1951 bracht Varlam Sjalamov in gevangenschap door in verschillende kampen in de Sovjet Unie

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

Sommige verhalen zijn geschreven in de ik-vorm. Andere in de derde persoon.

Opbouw:

Het boek bestaat uit een verzameling korte verhalen. Er is geen aanwijsbare chronologische volgorde in de verhalen. Een enkel verhaal vertelt over zijn vrijlating. Er is geen verband tussen de verhalen onderling, anders dan dat ze allemaal het verhaal over gevangenschap vertellen.

Personages/hoofdpersonen:

De schrijver zelf, medegevangenen zoals Potasjnikov, Grigorjev. Fedja, Platonov, of de bewakers en opzichter, zoals Poegatsjov of Ivanovitsj. .

Thema en Motieven:

Het werk is autobiografisch. Er staan verschillende thema’s centraal: overleven onder bizarre omstandigheden en de terreur van het Sovjetsysteem. Het menselijk lijden.

Informatie over de schrijver:

Varlam Sjalamov (1907-1982) was de zoon van een priester die rechten studeerde toen hij zich in 1927 aansloot bij een groep Trotskisten. In 1929 werd hij wegens de verspreiding van illegaal drukwerk gearresteerd en werd veroordeeld tot drie jaar dwangarbeid. Hij begon tijdens zijn gevangenschap te schrijven, zowel proza als poëzie. In 1937 werd hij opnieuw veroordeeld tot vijf jaar, in 1943 tot gevangenschap tot aan het einde van de oorlog. Stalin stierf in 1953. In 1956 werd Varlam Sjalamov officieel gerehabiliteerd.

In 1961 publiceerde hij vijf dichtbundels. Het manuscript van Verhalen uit Kolyma werd door Clarence Brown van de universiteit van Princeton naar de Verenigde Staten gesmokkeld.

Overige informatie:

Duveltje's oordeel:

Het boek doet denken aan de verhalen uit Shoah, de documentaire over de Holocaust. De verhalen van Sjalamov zijn even verschrikkelijk. Er is zo’n schril contrast met ons leven in deze moderne verwende Westerse wereld dat het boek je wakker doet schrikken.

Ondanks alle psychische en fysieke vernedering en mishandeling heeft Sjalamov de kampen weten te overleven. Zijn boek is een belangrijke getuigenis van hoe wreed het Sovjetsysteem was, hoe wreed mensen elkaar kunnen behandelen, maar ook dat ondanks alles de mens in staat is om de meest vreselijke ellende te overleven.

maandag 5 mei 2008

Vallende Ouders

Schrijver: A.F. Th. van der Heijden
Titel: Vallende Ouders
Jaar van 1e uitgave: 1983
Uitgever: Em. Querido
ISBN: 90 214 6600 7
Genre: Roman
Periode: 20e eeuw




Samenvatting van het verhaal:

Albert brengt zijn studententijd door in Nijmegen. Samen met zijn vrienden wordt er weinig gestudeerd en vooral veel gedronken en gevreeën. Hij woont in een huis dat het bezit is van zijn vriend Thjum. Als ze het te bont maken wordt Albert door Thjum’s vader eruitgezet.
De vrienden halen studentengrappen uit; zo verwisselt Thjum relikwieën, de schoenen van Sint Canisius in de kerk voor Hema-pantoffels.

Albert gaat op reis en maakt kennis met een Joegoslavische Leentge, die met hem wil trouwen om de papieren en hem daarvoor geld aanbiedt. Albert vraagt om bedenktijd. De Joegoslavische, wonend in Parijs, zoekt hem vervolgens één keer per jaar op, raakt tenslotte zwanger van hem, maar volgens Albert is het allemaal gelogen. Albert heeft ook nog wat met ene Irene, hij speelt Leentge en Irene tegen elkaar uit. Op zijn zesentwintigste verjaardag verleidt Albert de moeder van Thjum, mevrouw Schwantje-Stultiëns, haar echtgenote August is op zakenreis.

August vertrekt uit het grote huis aan de Berg-en-Dalseweg. Hij huurt een busje met chauffeur. Na wat omzwervingen rijden ze vriend Flix, op de Bravenvaart in Den Bosch. Flix heeft in de gevangenis gezeten wegens smokkel van hasjis en verkeert nog steeds in criminele kringen. Tenslotte rijden ze naar zijn ouders in Geldrop. Hier begint het verhaal van Egbert Egberts klompenmaker, die zeven jongens en drie meisjes op de wereld zette. De vader van Albert.

Albert vertelt over zijn jeugd. Hij kan zich herinneren dat zijn ouders altijd vielen, er gebeurden altijd ongelukjes. Vader (ook Albert geheten) was vaak dronken, zo niet straalbezopen. Moeder Hanny kwam ook regelmatig ten val. Zo herinnert hij zich zijn ouders, als zielige mensjes.

Vader werkte bij Philips maar is inmiddels ontslagen. Hij rookt en drinkt alleen maar. Albert van der Vlugt werkt samen met Hanny in een schoensmeerfabriek. Ze worden verliefd. Albert vertelt Hanny dat hij een oudere broer aan het Oostfront heeft. Deze broer, Egbert, lid van de SS raakt gewond, en belandt in een Tsjechisch ziekenhuis. Daar begint hij een verhouding met Greta, een Duitse verpleegster. Albert Sr. wil ook bij de Waffen-SS, maar Egbert weet dit te verhinderen. Na de oorlog komt Egbert in de gevangenis, in 1949 komt hij vrij.

Albert Jr. vermoedt dat hij het product is van een verhouding tussen zijn moeder en broer Egbert.

Titelverklaring:

Vallende ouders staat voor de ouders van Albert die in het verhaal letterlijk steeds vallen. Het staat daarnaast voor hun falen of wel voor het onvermogen van Albert’s ouders om te voldoen aan zijn verwachtingen.

Plaats en tijd:

Albert’s studententijd speelt begin ‘70er jaren van de vorige eeuw. Het verhaal grijpt verder terug als het refereert aan grootouders en ouders en vertelt de geschiedenis van Albert’s vader en oom Egbert gedurende en na de 2e Wereldoorlog.

Schrijfstijl / persoon/ vertelwijze:

vanuit de hoofpersoon Albert - ikvorm

Opbouw:

Chronologisch met flashbacks en retrospectieven.

Personages/hoofdpersonen:

Albert, Thjum, Flix, Hannie (moeder), Albert Sr (vader), Egbert (oom)

Thema en Motieven:

Het werk is autobiografisch. Er staan verschillende thema’s centraal: Conflict met de ouders, liefde, en tegelijkertijd Alberts onvermogen en impotentie. Deze uit zich ook in zijn relaties, hoewel hij altijd zijn partners de schuld daarvan geeft. Daarnaast speelt ook nog homosexualiteit een rol. Thjum en Flix, zijn beste vrienden, zijn beide homosexueel.

Informatie over de schrijver:

Het werk van A.F.Th.van der Heijden (Geldrop, 1951) is meest autobiografisch. Hij verweeft soms zijn eigen belevenissen met verzonnen voorvallen, of met actuele gebeurtenissen. Door actualiteit en reële herkenbare gebeurtenissen in zijn boeken te verwerken is zijn werk makkelijk toegankelijk. Door het uitdiepen van kleine details wandelt de schrijver soms over de grens van de autobiografische naar de psychologische roman. Hij behoort tot de generatie van ná de Grote Drie. De schrijver won verschillende belangrijke prijzen waaronder de AKO-literatuurprijs in 2007.

Overige informatie:

Vallende Ouders is het eerste deel uit de romancyclus de Tandeloze Tijd.

Duveltje's oordeel:

Het werk van Adrianus van der Heijden is autobiografisch. Al lezende vat men absoluut geen sympathie op voor de schrijver, integendeel. Misschien is dit ook de bedoeling?
In ieder geval lijkt het erop dat Adriaan weinig respect voelt voor de mensen die hem omringen. Hij acht zichzelf beter dan zijn vrienden, zijn ouders, zijn grootouder en de andere hoofdpersonen. In feite laat hij een spoor van vernieling na, vooral waar het om vrouwen gaat. De historie rondom
Leentge is hier het sterkste voorbeeld van. Nadat ze zegt dat ze zwanger is van hem probeert hij zo snel mogelijk van haar af te komen. De quasi-humoristische toon laat vermoeden dat er van spijt geen sprake is. Adrianus moet hier vrees ik een tijdje voor branden.